Schade bewijzen

Alleen de schade die het gevolg is van het ongeval hoeft te worden vergoed. In Nederland moet het slachtoffer bewijzen wat die schade is: wie eist, bewijst. Dit houdt in dat het whiplashslachtoffer aantoonbaar moet maken dat de geleden en te lijden schade reëel is en dat deze is veroorzaakt door het ongeval. De wijze waarop het bewijs geleverd wordt, staat in principe ter beoordeling van de eiser. Het grondbeginsel kan negatieve en positieve gevolgen hebben.

Bewijsvrijheid

Het positieve gevolg van het grondbeginsel ‘wie eist bewijst' is dat uit de bewijsplicht ook een bewijsvrijheid voortvloeit. Hoewel de praktijk vaak anders is, bepaalt het slachtoffer in principe hoe het schaderegelingproces verloopt en hoe het bewijs wordt geleverd.
Dit is vooral van belang voor het leveren van het bewijs van de medische causaliteit: aantoonbaar maken dat het letsel het gevolg is van het ongeval. Het heeft de voorkeur als dit in goed overleg met de tegenpartij een medische eindexpertise plaatsvindt. Helaas is dit niet altijd mogelijk. U kunt dan ook zélf, in overleg met uw belangenbehartiger, een keurend arts inschakelen.

Bewijsnood

Het negatieve gevolg is dat slachtoffers niet altijd in staat zijn het benodigde bewijs te leveren. U kunt bijvoorbeeld niet aantoonbaar maken dat de klachten reëel zijn, omdat er geen duidelijke afwijkingen zichtbaar zijn of u kunt niet aannemelijk maken dat de klachten het gevolg zijn van het whiplashongeval. In dergelijke gevallen spreekt men van ‘bewijsnood’.

Causaal verband en pre-existente factoren

De schaderegeling bij een whiplashongeval is complex doordat whiplash een moeilijk te objectiveren ziektebeeld is. Hierdoor is het niet eenvoudig om vast te stellen of er een ‘causaal’ (oorzakelijk) verband bestaat tussen het whiplashongeval en de geleden schade, met andere woorden: is de schade het gevolg van het whiplashongeval of zijn er andere mogelijke oorzaken aan te wijzen?
Aangezien veel whiplashklachten, zoals hoofdpijn, concentratieverlies en vermoeidheid algemeen van aard zijn, zal de tegenpartij vaak zoeken naar andere mogelijke oorzaken (pre-existente factoren), zoals ongevallen die in het verleden zijn gebeurd of mentale en psychische problemen die u vóór het ongeval al had.